Quantcast
Channel: Jasper Zuure – Sociale Vraagstukken
Viewing all articles
Browse latest Browse all 9

Jeugdzorg moet emoties serieus nemen

$
0
0
Het publieke debat over de jeugdzorg is niet altijd even constructief. Natuurlijk moet jeugdzorg ruimhartiger worden in het toegeven van fouten, maar er is meer nodig dan dat. Er is constructieve dialoog over de jeugdzorg nodig, anders zijn straks de kinderen in de knel de dupe.

 

Savanna, Yunus, Ruben en Julian. Enkele namen van kinderen in geruchtmakende zaken van Bureau Jeugdzorg  die in ons collectieve geheugen staan gegrift. Als er kinderen in het geding zijn roept dit altijd heftige emoties op bij cliënten, professionals, directe omstanders en het grote publiek. Denk aan woedende reacties omdat de jeugdzorg eerder had moeten ingrijpen of juist omdat jeugdzorg gezinnen met rust moet laten. Met deze emoties is in principe niets mis. Sterker nog: het toont juist de betrokkenheid van velen. Het is echter wel de vraag hoe deze betrokkenheid het beste kan worden ingezet ten behoeve van de kinderen om wie het uiteindelijk allemaal zou moeten draaien.

Het huidige publieke debat over de jeugdzorg is, op zijn zachtst uitgedrukt, niet altijd even constructief. In het debat domineren verwijten over en weer. Cliënten voelen zich in de hoek van de klagende burger gezet. Het wegzetten van emoties als onwenselijk onbehagen werkt averechts en doet geen recht aan de betrokkenen. Voor sommige mensen zijn deze emoties zelfs nog het enige dat ze hebben en deze zijn voor hen dan ook moeilijk om los te laten. Het is als het ware of zij in hun woede wonen.

Het debatklimaat draagt niet bij aan het gemeenschappelijke doel: ieder kind veilig

Medewerkers van de jeugdzorg krijgen op hun beurt het verwijt dat zij bewust zouden aansturen op het beschadigen van ouders, dat zij rapportages zouden vervalsen en onzorgvuldig zouden rapporteren. Deze verwijten slaan elke discussie dood en dwingen jeugdzorg tot negeren of stevig terugpraten, wat niet bevorderlijk is voor een open discussie. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de media en het online opinieplein die dit debat onder een vergrootglas leggen.

Het gevolg van de manier waarop het debat wordt gevoerd is een klimaat dat niet bijdraagt aan het gemeenschappelijke doel: ieder kind veilig. Dit klimaat werkt contraproductief en belemmert zowel cliënten als medewerkers van Jeugdzorg. Na een kritische uitzending op de televisie komen medewerkers van jeugdzorg de volgende dag moeilijker binnen. Ook ontstaat er een cultuur waarbij huisartsen, scholen, maatschappelijk werkers en andere betrokkenen geen melding meer durven doen bij jeugdzorg, omdat zij begrijpelijkerwijs de vertrouwensrelatie in stand willen houden met de familie. Of ouders durven geen hulp meer te vragen aan Jeugdzorg, omdat zij bang zijn om hun kinderen kwijt te raken. Het wrange gevolg is dat jeugdzorg er daardoor soms te laat bij is en dan niks anders meer kan doen dan kinderen uit huis plaatsen. Op deze manier ontstaat er een negatieve spiraal.

Medewerkers van jeugdzorg dienen emoties serieus te nemen

In zijn eerder dit jaar uitgebrachte advies ‘Het onbehagen voorbij’ pleit de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) er voor om uitingen van onvrede en onmacht in het publieke debat op een constructieve manier aan te wenden. Ook in het debat over jeugdzorg zou dit wenselijk en mogelijk zijn om de huidige negatieve spiraal te doorbreken. Medewerkers van Jeugdzorg dienen daarvoor de emoties van betrokkenen niet te veroordelen, maar serieus te nemen; zelfs als deze in eerste instantie worden ervaren als een persoonlijke aanval. Zij dienen desondanks toch het gesprek aan te gaan en de onderliggende kritiek serieus te nemen. Cliënten daarentegen dienen ook bereid te zijn om het gesprek aan te gaan en te reflecteren op de eigen emoties. En journalisten zouden dit debat evenwichtiger in de media moeten proberen weer te geven.

Bovenstaande klinkt misschien idealistisch, maar Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA) past dit op kleine schaal al toe. BJAA werkt met cliëntenpanels waar cliënten tweeënhalf uur hun verhaal mogen doen  zonder te worden tegengesproken. Voor sommige mensen heeft de erkenning van hun probleem, het feit dat ze serieus worden genomen en hun verhaal mogen doen, al het resultaat dat zij hun negatieve ervaringen en problemen achter zich kunnen laten. Daarnaast zijn de sessies ook leerzaam voor BJAA, omdat het niet gaat om gelijk krijgen, maar om goed te doorleven hoe het werk van BJAA ervaren wordt door cliënten. Zo ontstaat een klimaat waarin het voor jeugdzorg makkelijker is om fouten toe te geven die nu eenmaal inherent zijn aan het werk.

Even de stekker uit de mediamachine

De uitdaging is om deze aanpak ook te vertalen naar het publieke debat over Jeugdzorg. Natuurlijk moet jeugdzorg ook daar ruimhartiger worden in het toegeven van fouten, maar dat is niet makkelijk in het huidige opiniepleinklimaat. Denk aan de medialogica, het zoeken van schuldigen en de beperkte acceptatie van risico’s en tragiek in de politiek. Op zoek naar nieuwe wegen om het debat over Jeugdzorg op een meer constructieve manier te kunnen voeren, organiseert de RMO in samenwerking met De Balie een avond over onbehagen en de jeugdzorg. In een persoonlijke setting waar betrokkenen en belanghebbenden centraal staan, wordt daarom voor een avond de stekker uit de mediamachine getrokken en geprobeerd het debat te ontrafelen. Eén ding staat namelijk buiten kijf: als we niet slagen om tot een constructieve dialoog over de jeugdzorg te komen dan zijn kinderen in de knel de dupe.

Erik Gerritsen is Bestuursvoorzitter van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam en lid van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO). Jasper Zuure is adviseur bij de RMO en schreef mee aan het advies ‘Het onbehagen voorbij’. I.s.m. De Balie organiseert de RMO op woensdagavond 6 november ‘De onderbuik voorbij’, over onbehagen en Jeugdzorg.

 

Foto: Bas Bogers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Viewing all articles
Browse latest Browse all 9